Er is veel te vertellen: pa & ma weer naar huis, Maike -Maarten z'n moeder- gearriveerd, onderdelen besteld en transport geregeld (=ingewikkeld als je steeds op pad bent!), boot weer volgeladen met voorraad, we liggen weer voor anker (wegkomen op rivier met harde stroming was nog spannend), tot je knieƫn in de modder om bij de bijboot te kunnen komen (eb in volle glorie!) enzovoorts enzovoorts. Echter nu het verhaal van het Everzwijn.
Stel je voor. Je ligt voor anker en na een gezellig avondje in het huisje van je ouders loop je terug door een landje naar het water, richting de bijboot. Het is pikdonker, je hebt daarom een zaklamp bij je. Je bent een jongen en je moet plassen. Je staat dus in het riet. Terwijl je daar staat zie je ineens iets groots en zwarts. Het beweegt. Het gromt. Het rent op je af. Het stopt op vijf meter afstand en kijkt je aan. Het blijkt een boze everzwijn. Jij hebt je gulp nog niet eens dicht. Je moeder loopt achter je, dus die geef je kalm doch zeer duidelijk instructies om door te lopen naar het kleine steigertje waar de bijboot ligt. Na twee minuten van stilstand, kom je langzaam in beweging en probeer je bij de steiger te komen. Dat lukt. Pfff, echt wel schrikken! De keer erop liepen we met een mes en pikhaak als wapen. We hebben hem niet meer gezien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten