vrijdag 19 juli 2013

Dag 26 & aankomst

dinsdag 16 juli 2013
Nog een dag en dan zijn we in Nederland, het komt letterlijk dichterbij. We hopen de laatste dag nog wat te kunnen zeilen, met een lichtweer zeiltje. Helaas. Het is vandaag rustiger dan ooit op het water. Het is een prachtgezicht, dat wel, maar geen enkele optie om te zeilen. We motoren daarom rustig Nederland tegemoet. Niemand slaapt de laatste nacht, behalve Ties. Iedereen is toch nerveus. We zijn er bijna, we zijn er bijna, maar nog niet helemaal...

woensdag 17 juli 2013
Dan is het woensdagochtend en luie Miss Luna (denk dat ze 2 kilo is aangekomen...) komt van haar plek af. Ze komt buiten staan en ruikt. Ze ruikt land: IJmuiden. Het is 9.00 uur en onze ouders zijn nog onderweg. Aangezien ze veel moeite hebben gedaan om te komen zwaaien hier, doen wij een extra rondje en om 10.00 uur sturen we op de ingang aan.
Heerlijk om onze ouders te zien met de verrekijker. Zwaaien zwaaien zwaaien. Stomgenoeg doet het een soort van pijn. Ons lijf moet echt weer wennen aan beweging, dat is duidelijk. We varen ze voorbij en leggen dan aan voor de sluis, wachtend tot we daarin mogen. Brian, onze weerman, is er ook met z'n dochter Tenzin. Hij pakt ons touwtje aan en dan zetten we voet aan land. Knuffelen. We knuffelen veel en lang, tranen van geluk. We zijn er. We hebben het gehaald. Mijn vader verbetert me als ik zeg dat ik het zo fijn vind dat ze er zijn. "Nee, het is vooral heerlijk dat jullie er weer zijn, veilig en wel." Zo is het.

Brian en Tenzin varen gezellig mee naar Amsterdam. Wat is Nederland toch mooi. Ze hebben croissants en appels meegenomen. Mmm verse spullen. Ties speelt met Tenzin in zijn speelpaleis. Ik bak een laatste brood, al is deze al 5x gerezen en schiet het niet op. Ben er met mijn hoofd niet bij. We zijn weer in Nederland, met onze Lola. Wauw.
We zetten Brian en Tenzin af in de houthaven en varen dan door naar Twellegea. We komen langs het Centraal Station. Hartje Amsterdam. Mooi, raar, fijn. Het is prachtig groen in Amsterdam Noord en aangezien onze toeter kapot is, varen we heel stilletjes de hoek om. De vogels in het vliegerbos fluiten een prachtig welkom. We krijgen een applaus als we aankomen.
Ties mag als eerste van boord en doet terwijl ik hem vasthou zijn eerste stapjes. Vaste grond onder onze voeten. De zon schijnt, iedereen straalt, het voelt wiebelig, ik moet erg huilen. We zijn er we zijn er we zijn er.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten